01 december 2023

Zeventig

(tafelrede voor de lunch op 20 december 2009 in Villa Sonsbeek, Arnhem)

Familie en vrienden! Nog eens: geweldig dat jullie allemaal gekomen zijn, want een verjaardag moet je niet in je eentje vieren, zeker niet als er weer eens een decennium voorbij is: Het zevende decennium. Wie zeventig jaar wordt heeft meer jaren achter zich dan vóór zich. Het kunnen er nog een paar zijn, maar ook wel tien of meer. De oudste hier is vierentachtig, zo zie je maar, en bijna de helft van degenen die hier zitten is ouder dan ik. Wat een wijsheid en ervaring! Ik leg er zo de nadruk op, omdat ik liever stilsta bij wat komen zal dan wat voorbij is.

Hebben jullie dat ook? Bij het wakker worden aan de dingen denken die je nog zou willen doen, en aan de nieuwe dag die je er de kans voor geeft. Mijn vader, de wilskracht zelve die eenenzeventig geworden is, zei dat de wil beperkt wordt door de mogelijkheid. Kan het niet zoals het moet, dan moet het zoals het kan.

Maar de toekomst is ondenkbaar zonder het verleden. Ze zal gekleurd zijn door de dingen die je ondernomen hebt. Talent, niet direct ijver, heeft me in staat gesteld een bonte boel te maken van het leven. Ik was een geluksvogel die de wetenschap in vloog, maar te hoog opsteeg, zodat de fluctuatietheorie, mijn beste werk, ontsnapte aan de aandacht van collega’s. Toen ik dat begrepen had en overging op boeken schrijven, bleek ook dat te hoog gegrepen. In een cultuur van onbenulligheid zal Urania, mijn beste boek, geen aandacht kunnen krijgen.  

Ik heb er vrede mee dat mijn werk niet noemenswaardig vrucht gedragen heeft. Dit is gezegd in de voltooide tijd, want het is een illusie te denken dat alsnog tot stand kan komen waartoe men in de kracht des levens niet in staat was. Maar mijn interesse in wetenschap en kunst is onverflauwd. Natuurlijk zal ik blijven volgen wat de collega’s nog ontdekken en zal ik het werk van de grote schrijvers en van componisten blijven bewonderen. Als ik voor de piano kruip, komt er misschien ook nog een derde strijkkwartet, niet voor anderen, maar voor mezelf.

Misschien, zei ik. Maar het is wel bijna zeker dat dit jaren worden voor essays, voor een persoonlijke zoektocht naar waarheid. Schoonheid in kennis en kunst kan ons hart immers alleen maar raken omdat ze waar is. Na het avondrood van de apollinische kunst komt het morgenrood van de filosofie, dat wist Nietzsche al. En filosofie gaat over wijsheid, de σοφια der ouderdom. Dit zijn jaren voor vrede met jezelf en met de omgeving die je heeft gesteund, je heeft opgevangen als je viel en je weer heeft laten fladderen: je vrouw, je familie en je vrienden.

Op dit bijzondere moment moet ik zeggen dat ik jullie grote dank verschuldigd ben. Op jou, Elly, lieve levensgezellin, breng ik een dronk uit. Blijf alsjeblieft nog lang bij me! Ook drink ik op Lourens, Jelle, Manuela, Noortje, Lotta, Jonas, Siebranda, Tjitske, Harm, Henny, Kees, Onno, Hank, Jan, Sible, Kees en Tine.

Giftige straling

‘Zou iemand op het idee gekomen zijn de natuur te bestuderen als het niet bekend zou zijn dat sommige mensen zich daar mee bezig houden? Na...