27 januari 2024

Kees Weda

Toespraak op 1 oktober 2010 bij het afscheid van Kees Weda

Henny, Niels, Stefan, Wendy!

Ook een vriend door dik en dun neemt met ontroering afscheid van Kees Weda, jullie Kees – ontroerd omdat het leven van deze man zo tragisch is verlopen, in een vergeefse strijd met de krachten die het van binnenuit ondermijnden, terwijl het zo vol was van belofte, begaafdheid en gevoeligheid.

We leerden elkaar kennen toe we allebei 19 waren en aan een tweede studiejaar begonnen aan de TH in Delft. En we hadden er allebei de grootste moeite mee, want de wiskunde en elektronica waren niets in vergelijking met de vragen naar de betekenis van ons leven. Hij had altijd muziek, toen al. Samen hebben we elektronische muziek verzonnen bij Genesis 2: En duisternis lag op de vloed.

Natuurlijk, er was ook licht, we vreeën meisjes uit Den Haag, waren op elkaars bruiloft – in de jaren zestig trouwde men nog – en omdat we van voor de oorlog waren bleven die huwelijken for better and for worse in stand. Kees en Henny waren er altijd als Elly en ik weer eens verhuisden en er bij muziek getimmerd en geschilderd werd. Maar mij was het gegeven de studie af te maken, hem niet. Het heeft me pijn gedaan dat ik hem er niet doorheen kon helpen. Hij vond werk onder zijn niveau bij een bedrijf en een gemeente.

Ik ga zijn leven niet vertellen, maar wel wil ik een tweede herinnering ophalen. Toen we 47 waren gingen we met onze vrouwen op vakantie in de Elzas. Jaren hebben we het nog over de goddelijke Gewürztraminer van Fernand Sipp uit Ostheim gehad. Kees was toen na een lange procedure afgekeurd voor verder werk in dienst van de gemeente: Hij zag het daar niet meer zitten. Uiteindelijk, zeg ik, kon hij ook daar niet meer doorheen komen. Ik vroeg hem of hij blij was eindelijk vrij man te zijn. Zoiets kan alleen een domkop vragen die wel eens zucht onder zijn werkbelasting. ‘Blij?,’ zei hij, ‘als niemand je meer wat vraagt?’

Als ik me niet vergis is toen die onpeilbare melancholie gekomen. Hoe vaak heb ik Strawinsky’s Chanson Russe gehoord als we hem en Henny opzochten? Hij keerde zich naar binnen, vluchtte in ontkenningen en tegenspraak. Het gesprek, althans mijn gesprek met hem, werd moeilijk. Toen ik het hobbyblad Elektuur zag liggen zei hij alleen maar: Dat is mijn vak. Niels heeft me de ateliers laten zien die hij op zolder inrichtte om zijn dingen te maken, kunstvoorwerpen, volmaakte kastjes, versterkers, radio’s, in eenzaamheid, met de gordijnen dicht.

Drie weken geleden heeft hij met mij over het onherroepelijke einde van zijn ziekte willen praten. Hij had op dat moment geen pijn, zat in de avondzon en rookte zijn sigaartje. Ik ben dankbaar voor dit laatste beeld. Hij was iemand die je niet kon loslaten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Giftige straling

‘Zou iemand op het idee gekomen zijn de natuur te bestuderen als het niet bekend zou zijn dat sommige mensen zich daar mee bezig houden? Na...