27 januari 2024

Verjaardagen

Toespraak op 17 december 2017

Lieve familie, dit is een bijzonder ogenblik. Vier van de tien gasten aan deze tafel vieren hun verjaardag, verjaardagen die op 10, 15, 21 en 25 december vielen en zullen vallen. Zes van de tien zijn originele Andriesses en vier zijn er met liefde aan toegevoegd: Elly, Manuela, Edwin en Robin.

Daar zit dus meteen een jarige bij: Manuela – de levendige schoondochter die zo van reizen houdt en meeleeft met alles wat in de familie voorvalt, voortdurend raad verschaft en tegelijk een zware baan heeft bij het sociaal pedagogische werk in de Achterhoek. Ze is naar de Emmanuel van Jesaja 7:14 en Mattheüs 1:23 genoemd – en we horen de alt in Händels ‘Messiah’ die zingt ‘… and shall call her name Emmanuel: God with us.’ Een treffende naam. Zij is bij ons, altijd bij ons. En dat ze nog lang bij ons kan zijn!

En dan – dames gaan voor – Lotta Andriesse, de jongste van de vier, zojuist ontsnapt aan de bosbranden van Californië, waar ze geleerd heeft hoe je in twee dimensies spelletjes van drie dimensies ontwerpen moet. Elke dag heb ik een pastel van jou voor ogen, een sublieme weergave van een beekje met viervoudige waterval in een groen landschap. Die heb je gemaakt toen je met je ouders in Ierland was, en hij ligt onder mijn doorzichtige bureaublad. Zo ben je altijd bij me. Ga niet te ver weg.

Vervolgens is daar Jelle, de originele ingenieur, de ruimtelijke vormgever, bouwer van vliegtuigjes, vogels, vissen en al dan niet wankele boten, zelfs een Vikingschip voor op het Wad, en natuurlijk van kunstwerken. Je bent dichtbij gebleven, en toen je ouders tijdelijk in het Utrechtse waren wisten ze niet hoe gauw ze daarna weer terug moesten zijn. Misschien was jij het daarom die voorkomt in een boek van mij. Lees maar op bladzij 29 van het ‘Boudoir’: Met mijn zoontje Jelle ben ik naar de stad gereden.

Tenslotte kom ik bij mezelf. Acht jaar geleden heb ik de familie ook al eens toegesproken. Dat was in de Witte Villa. Talent, zei ik toen, niet ijver, heeft me in staat gesteld van mijn leven een bonte boel te maken. Als ik voor de piano kruip, zei ik ook, dan componeer ik zo weer een strijkkwartet, het derde. Het is er niet van gekomen. Die muziek is voorbij. Misschien, zeg ik nu, misschien heb ik nog wél tijd voor een laatste boek, het twaalfde. Twee jaar zou genoeg moeten zijn … Op dit bijzondere ogenblik herhaal ik mijn familie veel verschuldigd te zijn. Op jou Elly, lieve levensgezellin, breng ik een dronk uit. Blijf nog een hele tijd bij me. Ook drink ik op de gezondheid van Tjitske, mijn zus, en op die van Noortje, Edwin, Robin en, hoe zou ik de stamhouder kunnen vergeten?, Jonas Andriesse.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Giftige straling

‘Zou iemand op het idee gekomen zijn de natuur te bestuderen als het niet bekend zou zijn dat sommige mensen zich daar mee bezig houden? Na...